De meeste ongelukken ontstaan doordat bestuurders iets over het hoofd zien. Niet omdat ze niet keken, maar omdat ze niet zagen. Denk aan de fietser die plots van rechts komt, de auto die nét eerder aan komt rijden, of die bocht die scherper blijkt dan gedacht. Met een goede kijktechniek herken je gevaar eerder, kun je sneller reageren en rijd je niet alleen veiliger, maar ook relaxter.

In de wereld van rijtrainingen leer je dat er drie belangrijke kijktechnieken zijn. Als je die beheerst, ben je écht een veilige weggebruiker. 
 
Tekst gaat onder video verder.

Veel bestuurders kijken naar de bocht. Maar je moet dóór de bocht kijken. Waar wil je uitkomen? Dáár stuur je naartoe. Beginnende bestuurders kijken vaak te kort voor zich uit. Gevolg? Ze reageren te laat, corrigeren te veel of sturen te vroeg in.

Terwijl je ogen maar in een heel klein gebied, zo’n drie graden, scherp zien. Daarom moet je verder vooruitkijken: zodat je tijd hebt om te anticiperen op wat er komt. Zie je een auto stil staan na de bocht, een fietser oversteken of grind op de weg liggen? Dan kun je daar ruim van tevoren op inspelen.

Ver kijken betekent vooruitdenken. Breed kijken betekent scannen. Niet alleen recht vooruit, maar ook zijwegen, voetgangers en kruispunten. Hoe breder je kijkt, hoe minder verrassingen je tegenkomt.

Veel bestuurders focussen onbewust te veel op de bumper van hun voorganger. Daardoor mis je signalen die verderop al iets verraden: een rood verkeerslicht dat net springt, remlichten drie auto’s voor je, of een voetganger die aarzelt bij een zebrapad. Door breed en ver te kijken, zie je dat soort signalen eerder en kun je vloeiender en veiliger rijden, zonder plotselinge remacties.

In het theater zie je het toneel, maar niet wat er achter de coulissen gebeurt. Op de weg is dat net zo. Stel, je bent een bestuurder die uit een zijstraat komt en een N-weg met rij aan bomen langs de kant wilt oprijden. Bij het kruispunt kijk je langs de bomen om te zien of de voorrangsweg vrij is. Door de bomen - het coulissen-effect -  lijkt het verkeer op de N-weg echter vaak dichterbij dan het daadwerkelijk is, wat onze besluitvaardigheid negatief beïnvloedt. Hierdoor wachten we te lang bij het kruispunt en besluiten we op het laatste moment toch de weg op te draaien.Dan ben je vaak te laat, want ineens is daar de auto die voorrang heeft.

Dit effect kan ook worden veroorzaakt door een reeks lantaarnpalen, geparkeerde auto's of hekwerk langs de weg. Als je kunt inschatten welk effect dit heeft, kun je beter anticiperen en veiliger een voorrangsweg oprijden, of een weg waar harder gereden wordt. Door ook “achter de coulissen” te leren kijken, dus te anticiperen op wat je ziet, voorkom je dat je verrast wordt. 

Tot slot, autorijden ís kijken. Maar wie alleen kijkt, mist wat er echt gebeurt. Kijk verder, breder, vóór en áchter. Dan wordt rijden niet alleen veiliger, maar ook veel relaxter.