ACC gebruikt een combinatie van radar, sensoren en tegenwoordig ook LiDAR om de auto vóór je te volgen. Maar het systeem kan niet door auto’s heen kijken. Daardoor reageert het soms abrupt, bijvoorbeeld als er ineens iemand vóór je invoegt. En wat doen veel bestuurders dan? A: Op de rem trappen. Maar zodra je dat doet, schakel je de adaptieve cruise control uit en ben je meer met het systeem bezig dan met de weg. Of B: je laat je gas los, waardoor de auto automatisch flink afremt. Allemaal erg vervelend voor het achteropkomende verkeer en dus raak je gefrustreerd.

De truc is om anders te gaan rijden. Vroeger leerde je rijden met oog-voetcoördinatie: kijken, voet naar het rempedaal (met continu knipperende remlichten als gevolg voor je achterligger). Met ACC is het slimmer om oog-handcoördinatie te ontwikkelen. Je regelt afstand en snelheid met de knoppen op je stuur, in plaats van steeds met je voet. Dat voelt in het begin wat onwennig, maar met een beetje oefening wordt het vanzelf een automatisme. 
 
Kortom: kijk ver vooruit, anticipeer op tijd en houd je voet boven het gaspedaal. Zo voorkom je onnodig in- en uitschakelen van de ACC. Hierdoor rij je met een meer gelijke snelheid, wat een rustiger verkeersbeeld geeft. Een gelijke snelheid is voor jou en je omgeving dus rustiger en veiliger. ACC is er om jóu te helpen. Gebruik het slim, en maak er je eigen automatisme van.