Sommige systemen verlagen de schadefrequentie, andere lijken die juist te verhogen. Wat leren we uit de data en wat betekent dit voor bestuurders?

Kort en krachtig: ADAS draagt bij aan minder schade. Het Verbond schat dat de belangrijkste veiligheidssystemen gezamenlijk zorgen voor een gemiddelde daling van ongeveer 4,5% in schadefrequentie. Systemen die actief ingrijpen, zoals Automatic Emergency Braking (AEB) en Rear Collision Warning (RCW), scoren het best. AEB alleen wordt in de analyse genoemd als een van de grootste positieve bijdragers: het kan tot circa 2% minder schade leiden.

De inschatting is niet ad hoc: onderzoekers combineerden vier factoren om tot die cijfers te komen:

• Relevantie: in welke situaties is een systeem écht van toegevoegde waarde? (Parkeerhulp helpt weinig op de snelweg.)
• Efficiency: hoeveel ongelukken voorkomt het systeem in de praktijk?
• Penetratie: hoe vaak komt het systeem voor in het wagenpark?
• Gebruik: schakelen bestuurders de systemen aan en gebruiken ze ze correct?

Als deze trends doorzetten, zal de netto-besparing in schade in 2030 waarschijnlijk rond de 5% liggen, simpelweg omdat steeds meer auto’s met deze systemen rondrijden.

Interessant, en zorgwekkend, is dat niet alle ADAS-functies positief scoren. Uit de cijfers springen enkele systemen naar voren met een toename van de schadefrequentie:

• Cruise control: +12%
• Adaptive Cruise Control (ACC): +8%
• Blind Spot Monitoring (BSM): +5%
• Independent Parking: +5%

Dat lijkt tegenstrijdig, maar het patroon wijst niet naar falende techniek alleen: menselijk gedrag speelt een hoofdrol.

Zodra een systeem taken van ons overneemt, verslapt onze aandacht sneller. We reageren wat trager en vertrouwen soms te veel op technologie die niet alles kan opvangen. Cruise control is daar een goed voorbeeld: het geeft rust op lange stukken, maar in onverwachte situaties blijkt het in- of uitschakelen van cruise control de reactietijd te verlengen. In heuvelachtig terrein of bij plotselinge snelheidsvariaties kan dat tot onveilige situaties leiden.

Ook overschatten mensen soms de capaciteiten van systemen, ze denken dat ACC of BSM een vorm van autonoom rijden is. Dat is een gevaarlijke misvatting: de systemen assisteren, maar nemen de eindverantwoordelijkheid niet over.

Naast gedrag is ook de techniek zelf cruciaal. ADAS werkt met camera’s en sensoren die nauwkeurig moeten zijn. Een verkeerd gekalibreerde camera na ruitvervanging, of een sensor die verkeerd staat na schadeherstel, kan leiden tot foutieve waarschuwingen of onjuiste ingrepen. Dat beïnvloedt direct de veiligheid en kan tot meer schades leiden.

• De hekkensluiter is eenvoudig maar essentieel: bewust gebruik. Enkele praktische aanbevelingen:
• Lees de handleiding van je voertuig en begrijp de grenzen van elk systeem.
• Volg eventueel een kleine training over het gebruik van ADAS op jouw auto.
• Gebruik cruise control alleen wanneer de rijomstandigheden dat toelaten (dus niet bij glad wegdek of sneeuw, zomaar even een voorbeeld).
• Laat ADAS-sensoren en camera’s na reparatie professioneel kalibreren.
• Verwacht geen autonomie: blijf alert en klaar om altijd in te grijpen.

Bron: Trend-RX | Nederlandse personenwagenpark 2035 | Rapport autoverzekeringen en schadeherstel.

Cruise control kan heerlijk comfortabel zijn, maar wie te veel vertrouwt op techniek, verliest al snel de controle. Hoe gebruik je cruise control veilig? En waar moet je op letten? Fleet Risk Manager Tim Swanborn legt het uit in een korte video over veilig rijden met Cruise Control.

Hij laat zien hoe kleine aanpassingen in rijgedrag een groot verschil kunnen maken, voor je veiligheid én je schadecijfers.

Bekijk hier de video