Er zijn 5 manieren waarop je je AOV-premie kunt verlagen. Je bepaalt dus grotendeels zelf wat je betaalt voor je AOV.
1. Verleng de wachttermijn
De AOV-premie wordt een stuk lager als je voor een langere wachttermijn kiest. Dat betekent dat je bij arbeidsongeschiktheid langer zelf voor je inkomen zorgt voordat je een uitkering krijgt. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je spaargeld hebt of een verdienende partner. Lees hier meer over de wachttermijn.
2. Kies voor een lager verzekerd bedrag
Voor je AOV kies je een verzekerd bedrag: de uitkering die je krijgt als je arbeidsongeschikt raakt. Veel ondernemers kiezen het maximum dat ze kunnen verzekeren. Bij ons kun je maximaal 80% van je inkomen verzekeren. Maar je kunt ook voor een lager percentage kiezen. Dan betaal je minder premie. Uiteraard krijg je dan ook een lagere uitkering bij arbeidsongeschiktheid.
3. Verhoog de uitkeringsdrempel
De uitkeringsdrempel is een percentage dat je minstens arbeidsongeschikt moet zijn om een uitkering te krijgen. Hierbij geldt: hoe hoger het percentage, hoe lager de premie. Dat betekent wel dat de mate van je arbeidsongeschiktheid hoger moet zijn voordat je in aanmerking komt voor een AOV-uitkering.
4. Verkort de uitkeringstermijn
Voor je AOV kies je een uitkeringslooptijd. Dit is het aantal jaar dat je een AOV-uitkering krijgt. Daarna moet je zelf voor je inkomen zorgen. Hoe korter de uitkeringslooptijd, hoe lager de premie.
Veel ondernemers laten hun AOV doorlopen tot hun pensioen. Maar je kunt de uitkering ook eerder stoppen. Je moet dan wel genoeg reserves hebben om de resterende periode te overbruggen.
5. Voer de AOV-premie op bij de belastingaangifte
Als ondernemer kun je de AOV-premie aftrekken van je inkomsten zodat je minder belasting betaalt. De premie is aftrekbaar in box 1: ‘inkomen uit werk en woning’. Dit geldt voor alle AOV's van Allianz. Dankzij deze fiscale aftrek is je premie honderden euro’s ‘goedkoper’.