Het bruto financieel vermogen van de Nederlandse huishoudens steeg in 2019 met 12,7%, waarmee een nieuw record voor de 21e eeuw werd gevestigd. Niet verrassend werd de ontwikkeling gedreven door de effectenklasse, die er dankzij de bloeiende beurzen met 12,4% op vooruitging, na de terugval van 4,5% het jaar voordien. Die gunstige ontwikkeling zien we ook voor verzekeringen en pensioenen, goed voor twee derde van de portefeuilles van huishoudens, die met 15,3% in waarde stegen, de snelste groei in vijf jaar tijd. Bankdeposito’s kenden een meer bescheiden stijging van 4,7%, maar lieten daarmee niettemin de sterkste groei sinds de dagen van de bankencrisis optekenen.
De schuldaangroei daarentegen viel terug tot 1,4%. Bijgevolg daalde de schuldgraad (schulden in % van het bbp) tot 107%, 13 procentpunten onder de piek in 2010. De verhouding is echter nog steeds een van de hoogste wereldwijd en ver boven het regionale gemiddelde van 75%.
Het netto financieel vermogen tot slot steeg met maar liefst 18,5%. Met een netto financieel vermogen per hoofd van de bevolking van 114.287 euro klom Nederland twee plaatsen naar de 4e plaats in de ranglijst van de 20 rijkste landen (financieel vermogen per hoofd van de bevolking, zie tabel), wat zijn positie als rijkste land in de eurozone consolideerde.
In 2020 zal de groei lager zijn, maar zeer waarschijnlijk nog steeds positief: Zelfs tijdens de vreselijke eerste zes maanden van het jaar groeide het financieel vermogen relatief sterk met ongeveer 5 tot 6%, dankzij overvloedige bankdeposito’s, aangewakkerd door royale steunregelingen en spaarinspanningen uit voorzorg, en door de snelle opleving van de markten. Zonder dramatische verslechtering van de economische en sanitaire situatie blijven Nederlandse huishoudens dus een zeer goede kans hebben om het jaar in het groen te eindigen, althans financieel.