Global Pension Report 2023 van Allianz: barsten in het generatiecontract

  • Geen respijt: de vergrijzing van samenlevingen gaat onverminderd door, ondanks Covid-19.
  • Drukke stilstand: pensioenstelsels over de hele wereld lijken op een grote bouwwerf zonder zicht op voltooiing – al zijn slechts enkele landen voorbereid op de komende demografische veranderingen.
  • Nieuwe ideeën: de herwaardering van werk door de samenleving is de belangrijkste aanpassing voor het pensioenstelsel van de toekomst.
  • Het Nederlandse pensioenstelsel heeft een score van 2,6. Het is een van de beste ter wereld.
Allianz heeft vandaag de tweede editie van zijn Global Pension Report uitgebracht, dat 75 pensioensystemen van over de hele wereld analyseert met behulp van de eigen Allianz Pension Index (API). De index bestaat uit drie pijlers: analyse van de demografische en fiscale basisvoorwaarden en bepaling van de houdbaarheid (bijvoorbeeld financiering en bijdrageperiodes) en toereikendheid (bijvoorbeeld mate van spreiding en pensioenniveau) van het pensioenstelsel. In totaal wordt rekening gehouden met 40 parameters, met waarden variërend van 1 (zeer goed) tot 7 (zeer slecht). In de gewogen som van alle parameters kristalliseert de evaluatie van het respectieve stelsel tot één totaalscore.
De coronapandemie heeft in veel landen geleid tot een daling van de levensverwachting; in een paar landen kon zelfs een (kleine) babyboom worden opgetekend. Maar dit is slechts een korte onderbreking van de onverminderde en versnellende trend van vergrijzende samenlevingen, afleesbaar in de mondiale afhankelijkheidsratio van ouderen: die zal naar verwachting stijgen van 15,1% vandaag naar 26,3% tegen 2050. In 2019 was een stijging naar ‘slechts’ 25,3% voorspeld. “De meest recente gegevens uit bijvoorbeeld China, Korea of Italië wijzen op een snelle demografische verandering”, zegt Michaela Grimm, medeauteur van het rapport. “Met name de geboortecijfers evolueren nog slechter dan aangenomen, ondanks alle inspanningen op het gebied van gezinsbeleid. Maar klagen helpt niet; we moeten de feiten onder ogen zien: het generatiecontract is broos geworden. Vooral aan de jongere generaties Y en Z wordt gevraagd om zelf (nog) meer te voorzien in hun oude dag. De ongemakkelijke waarheid is: ze moeten niet alleen langer werken, maar ook meer en gerichter sparen.”
De ongewogen totaalscore voor alle onderzochte pensioenstelsels is 3,6: nauwelijks voldoende. In vergelijking met ons laatste rapport in 2020 is dat slechts een kleine verbetering. Enerzijds is dit weinig verrassend: na Covid-19, oorlog en de energiecrisis hebben de meeste landen nog minder fiscale ruimte. Anderzijds is het echter zeer teleurstellend: de noodzaak van pensioenhervormingen staat niet ter discussie, maar retoriek wordt zelden gevolgd door daadkracht - het werk op de pensioenbouwwerf vordert niet. Eigenlijk zijn slechts enkele landen, zoals Frankrijk of China, erin geslaagd hun score aanzienlijk te verbeteren door middel van hervormingen. Frankrijk illustreert nagenoeg het politieke dilemma van dergelijke hervormingen, omdat ze de gebruikelijke politieke economie op zijn kop zetten: in plaats van vandaag voordelen uit te delen in ruil voor opleggingen later, zijn vandaag opleggingen nodig om bezuinigingen later te voorkomen. De weinige pensioenstelsels die het vandaag goed doen, met name Denemarken, Nederland en Zweden, met een totaalscore ruim onder de 3 (zie tabel), hebben dus ook één ding gemeen: ze stippelden al vroeg een koers uit naar houdbaarheid, toen de demografische bom nog stilletjes tikte. Zij kunnen dus model staan voor veel ontwikkelingslanden, die ook nog een kans hebben om hun pensioenstelsels te stabiliseren. In veel andere landen zal dat echter nauwelijks mogelijk zijn zonder pijnlijke hervormingen. 
Naast de technische details, zoals bijdrageniveaus en -periodes, vergen houdbare en toereikende pensioenstelsels een belangrijke aanpassing: de maatschappelijke waarde van werk. “Automatisering, digitalisering en kunstmatige intelligentie maken een universele toegang tot onderwijs en dus nieuwe werkconcepten mogelijk. De rigide tweedeling tussen werk en pensioen is momenteel slechts voor enkele bevoorrechten verdwenen. Het pensioenstelsel van de toekomst begint met nieuwe ideeën voor de wereld van onderwijs en werk voor iedereen”, zegt Ludovic Subran, hoofdeconoom bij Allianz.
Met een totaalscore van 2,6 behoort het Nederlandse pensioenstelsel tot de beste ter wereld; eigenlijk scoort alleen het Deense stelsel iets beter. Het Nederlandse stelsel vertoont een bijna perfecte combinatie van PAYG (omslagstelsel) en kapitaalfinanciering. Maar zelfs Nederland is niet vrij van uitdagingen, nu de demografische vooruitzichten somberder worden. De afhankelijkheidsratio van ouderen zal in 2050 stijgen naar 46,2% en de dekking van de tweede pijler, met name onder jongere mensen, neemt af. Ook kunnen er enkele effecten zijn van het Nederlandse pensioenakkoord, dat dit jaar wordt verwacht. Van buitenaf bekeken zouden vrijwel alle andere landen echter blij zijn met dit soort ‘pensioenproblemen’.

Scroll horizontaal om meer te zien

Land

Totaalscore

Basisvoorwaarden (score)

Houdbaarheid (score)

Toereikendheid (score)

Denemarken

2,2

3,0

2,5

1,4

Nederland

2,6

2,9

3,4

1,7

Zweden

2,6

3,1

2,9

2,1

Nieuw-Zeeland

2,8

3,1

3,4

2,1

Verenigde Staten

2,9

3,5

2,8

2,6

Taiwan

2,9

4,0

2,8

2,4

Israël

2,9

2,8

3,5

2,5

België

3,0

3,9

3,0

2,4

Het rapport is hier te vinden: Economisch onderzoek | Allianz