Allianz Global Insurance Report 2022: een doorslaggevend decennium voor verzekeringen

·         Herstel: verzekeringspremies in 2021 wereldwijd gestegen met 5,1%, ofwel ruim EUR 200 miljard.

·         Tegenvaller: slechts 4,8% groei verwacht in 2022 – bij een wereldwijd inflatiepercentage van 6,2%.

·         Vooruitzicht: toenemende risico's als gevolg van maatschappelijke, politieke en economische veranderingen stuwen de premiegroei de komende tien jaar wereldwijd op tot 4,8% per jaar.

·         Omslag: de Nederlandse verzekeringsmarkt groeit de komende tien jaar naar verwachting met 3,1% per jaar – na een krimp van 2,7% in het afgelopen decennium. 

Vandaag publiceerde Allianz zijn nieuwste Global Insurance Report, een analyse van de ontwikkelingen in de verzekeringsmarkten over de hele wereld[1]. Volgens het rapport stegen de premies in 2021 wereldwijd met 5,1% in 2021 (leven +4,4%, schade +6.3%), dankzij een sterke economische wind mee, toenemend risicobewustzijn en ongekend hoge spaartegoeden door de aantrekkende markt. Het premie-inkomen bedroeg in totaal EUR 4,2 biljoen (leven EUR 2,5 biljoen en schade EUR 1,7 biljoen). Maar de samenstelling van de premiegroei maakte 2021 pas echt bijzonder: meer dan twee derde werd gegenereerd in West-Europa en Noord-Amerika, waarbij de helft van de groei alleen al voor rekening van de Verenigde Staten kwam. 2021 is dus een ongebruikelijke afsluiting van een decennium waarin de groei veel lager lag (gemiddeld +3,6% per jaar) met Azië aan kop, goed voor 40% van alle extra premies waarvan meer dan de helft afkomstig uit China. Hierdoor verdubbelde het wereldwijde marktaandeel van China tot 12%.

Ook 2022 zou een topjaar worden voor het verzekeringswezen, maar de invasie in Oekraïne heeft die verwachting de kop ingedrukt. Het premie-inkomen stijgt naar verwachting circa 1pp langzamer dan aanvankelijk werd aangenomen, omdat de oorlog zijn weerslag heeft op de economische activiteit en het vertrouwen, ook al stuwt de inflatie de omzet op. Over het geheel genomen gaan we ervan uit dat het premie-inkomen in 2022 wereldwijd met +4,8% toeneemt, waarbij de ontwikkeling van leven en schade vrijwel gelijke tred houdt (respectievelijk +4,9% en +4,6%). Dat cijfer moet worden gezien in het licht van het wereldwijde inflatiepercentage dit jaar van 6,2%.

Ondanks de grote onzekerheden van dit moment zijn we niet overdreven pessimistisch over de wat langere termijn. Uiteindelijk zijn deze onzekerheden juist de voedingsbodem voor een toenemend risicobewustzijn, ze versterken het effect van de twee belangrijkste ontwikkelingen, namelijk de klimaatverandering en de demografische verschuiving – de belangrijkste redenen van de toenemende vraag naar risicobescherming. Over het geheel genomen verwachten we de komende tien jaar een jaarlijkse groei van +4,8% (leven +4,9%, schade +4,6%). Dit betekent een stijging van het premie-inkomen tussen nu en 2032 met +67%, ofwel EUR 2,8 biljoen, waarvan iets minder dan EUR 1,8 biljoen wordt gegenereerd door het levenbedrijf (+69%) en iets meer dan EUR 1 biljoen door het schadebedrijf (+63%).

"De pandemie en de oorlog in Oekraïne zijn wake-up-calls voor beter risicobeheer, en nog meer vraag naar bescherming", aldus Ludovic Subran, chief economist bij Allianz. "De sector moet erin slagen zijn economische en sociale relevantie te behouden door innovatieve oplossingen te bieden voor nieuwe en zich ontwikkelende risico's. De vraagstukken van verzekerbaarheid en betaalbaarheid zullen in de komende jaren waarschijnlijk steeds urgenter worden. Dit vereist een niveau van creativiteit en samenwerking met alle belanghebbenden, klanten, risicodragers en beleidsmakers, dat nog verder gaat dan eerdere inspanningen."

[1] Alle cijfers zijn gebaseerd op de wisselkoersen van 2021. Bij het levenbedrijf is zorg niet meegerekend. 

  • West-Europa noteerde een stijging van 3,6% van het totale premie-inkomen (leven 3,8%, schade 3,3%), het totale premie-inkomen was meer dan EUR 1,1 biljoen. Door het effect van de oorlog in Oekraïne daalt de groei naar verwachting naar 2,9% (leven 2,8%, schade 3,1%). Toch wordt ook daarna in Europa een versnelling voorzien, waarbij de gemiddelde groei de komende tien jaar naar verwachting uitkomt op 3,3% (leven 3,3%, overig 3,3%), ruim boven het niveau van het afgelopen decennium (1,6%), dat niet alleen in het teken stond van corona, maar ook van de eurocrisis.
  •  
  • “Beide segmenten profiteren wellicht indirect van de recente crises”, volgens Patricia Pelayo Romero, een van de auteurs van het rapport. “In het levenbedrijf zouden het toegenomen risicobewustzijn in de nasleep van de Covid-19-crisis en het door de inflatie veroorzaakte einde van de nulrente veel spaar- en pensioenproducten weer aantrekkelijker moeten maken. In het schadebedrijf worden de inspanningen om klimaatverandering tegen te gaan opgevoerd, om te beginnen met het CO2-vrij maken van de energievoorziening. Het streven naar energieonafhankelijkheid maakt dat nu nóg belangrijker. Het vraagt om grote investeringen van zowel de private als de publieke sector en zorgt voor een grote behoefte aan risicobescherming, omdat door deze radicale transformatie van onze economie nieuwe risico's ontstaan.”
  • Na een voor de Nederlandse verzekeringsmarkt teleurstellend decennium met overwegend negatieve groeicijfers gingen de jaren 2020 veel rooskleuriger van start: het totale premievolume steeg in 2021 naar schatting met 4,2%, met een sterke groei in beide bedrijven (leven 3,1%, schade 5,3%). Toch lag het nationale premie-inkomen eind 2021 ongeveer een kwart onder het niveau van 2010. Voor 2022 verwachten we een groei van 2,6% (leven 1,8%, schade 3,4%). Over het hele komende decennium zou de gemiddelde groei 3,1% per jaar moeten bedragen (leven 2,7%, schade 3,5%). Dat zou een aanzienlijke omslag betekenen ten opzichte van het afgelopen decennium (-2,7%), aangezien beide segmenten dan weer in een (gematigde) groeicurve terecht zouden moeten komen. Toch blijft Nederland, gemeten naar penetratiegraad (premies als percentage van het bbp), een van de minst 'ontwikkelde' verzekeringsmarkten in de eurozone: alleen in Griekenland ligt de penetratiegraad lager.